KASTEELTOREN RAAF (Eynatten)
Het dorp Eynatten wordt doorkruisd door do weg van Eupen naar Aken. Enkele meters voor de kerk buigt de weg naar links en loopt vervolgens rechtdoor in noordoostelijke richting. Deze weg leidt naar het gehucht Lichtenbusch, gelegen op de huidige grens tussen België en Duitsland.
Als wij deze weg 1300 á 1400 meter volgen en naar de rechts kijken, zien we op ca. 350 meter van ons vandaan het indrukwekkende, massieve gebouw van een grote vierkantige toren. Hij rijst hoog op uit de vlakte en lijkt de nietige boerderijgebouwtjes te willen verpletteren. Een klein paadje door de weiden heen geeft toegang tot het gebouw. En daar is dan de oude Wasserburg de Rave, die veel overeenkomst vertoont niet de torens van Haus Raeren, de Wems te Kettenis en tal van andere.
Hij onderscheidt zich evenwel door zijn vier spitse uitkijktorentjes met kleine vierkante kijkgaten, die ook als schietgaten fungeerden. Volgens Hans Königs, architect van de stad Aken, komen deze uitkijktorentjes veel voor in de Streek rond Aken. In het hertogdom Limbourg hebben we ze alléén hier, in Beusdael en in Damré le Spirmont aangetroffen. Die van Tavier is uit baksteen opgetrokken en, ofschoon zéér oud, lijkt deze meer van decoratieve aard.
De kasteeltoren van Rave loopt aan de noordgevel uit in een mooie vijver, de grachten die er aan die drie andere kanten omheen liepen, zijn in de loop van tijd drooggevallen. Helaas is het nu nog slechts een ruïne die steeds meer in vervat geraakt. De muren hebben, dank zij hun dikte hun stevigheid behouden. Desondanks zit er toch een scheur in de noordgevel. Dak, vloeren deuren en ramen zijn verdwenen.
De hoofdgevel in het oosten geeft uitzicht op de binnenplaats van de boerderij. De ingang in het midden is hoog ingebouwd en werd ongetwijfeld ooit voorafgegaan dm een verhoging. De vestingmuren zijn ingestort evenals de stenen raamlijsten van de twee vensters op de begane grond en de rechter vensters op de eerste en tweede verdieping. De deurstijlen, steunbalken en bovendorpels van de overgebleven ramen en een andere raamopening in de noordgevel, zijn overgebleven van de verbouwingen in de achttiende eeuw.
Oorspronkelijk had het hete gebouw slechts enkele vierkante vensters. Het merendeel is nog steeds zichtbaar, maar wel toegemetseld. Onder aan het gebouw zijn acht schietgaten te zien, één aan de oostgevel, twee andere aan de zuidgevel. Aan de noordkant. ter hoogte van de eerste verdieping zien we boven het water van de vijver een klein Plateau dat half is afgebroken. Omdat de vijver hier erg breed is, kon het kasteel nauwelijks vanaf die kant bestormd worden.
Dat doet ons vermoeden dat dit bouwsel niet bijdroeg tot de verdediging van het kasteel, maar eerder een alledaagse, meer prozsaïsche functie had. In het gebouw vinden we nog de sporen van open haarden en stenen muurankers.
Volgens Reiners is het fundament en de onderbouw uit de veertiende eeuw, de etages uit de vijftiende en zestiende eeuw, en het bovenste gedeelte uit de achttiende eeuw.
Wij zijn ervan overtuigd dat hij zich vergist; in ieder geval voor wat dat laatste betreft, want de uitkijktorentjes lijken veel ouder. In 1830 vond men het beter om het dak van het kasteel te slopen, hetgeen uiteraard het kasteel heeft doen aftakelen. Slot Rave wordt reeds genoemd in het Chapitre de Notre-Dame d'Aix-la-Chapelle.
Naar alle waarschijnlijkheid moet het slot hebben toebehoord aan de oude Limburgse familie Rave, maar vanaf de tweede helft van de veertiende eeuw is het van eigenaar veranderd. De eerste bekende eigenaar is (in 1380) Jean Grummel d'Eynatten die ook kasteel de Ruyff in bezit had. In 1439 gaat Rave over op zijn zoon; Thierry Grummel d'Eynatten, die stierf in 1462. Zijn dochter trouwt met Jean van Eys genaamd Beusdaal en geeft zo haar deel van het bezit in handen van deze familie.
Ongetwijfeld heeft zij een broer gehad die twee kinderen had, want in 1482 zien we een zekere Jean Grummel van der Raaff die het daal van zijn zuster Marie terugkoopt. Deze zuster was ingetreden in het klooster te Hoeve.
Deze Jean Grummel had naar het schijnt twee kinderen. Sandre en Maria Grummel, echtgenoot van Henri de Schwarzenberg. In 1504 krijgt Sandre Grummel kasteel Rave in bezit. Volgens Rutsch koopt Jean Grummel, zoon van Henri de Schwarzenberg (die de naam van de familie van zijn moeder had overgenomen) het kasteel, zowel uit persoonlijke titel alsook voor zijn twee minderjarige zussen, Chaterine en Marie, die later zuster word in de abdij van Borcette. In 1531 lijkt Anno Grummel, dochter van laatstgenoemde, in bezit te zijn van een deel van het domein.
Zij trouwt in eerst instantie met Adam de Bock die er ook al mede-eigenaar van was, en de tweede keer met Englebert d'Etzbach, die zo haar bezit in handen krijgt. De dochter die uit het tweede huwelijk geboren wordt, Christine d'Etzbach, erft het kasteel. Zij trouwt met N. van Moers. In 1670 koopt de broer van Christine Renard d'Etzbach het kasteel en de boerderij bij de Van Moers. Zoals u ziet, zijn de talrijke eigenaarwisselingen (volgens Rutsch en Reiners) zeer ingewikkeld en verwarrend; daarom geven we deze informatie slechts onder voorbehoud.
In ieder geval blijven de Van Moers in het bezit van het slot Rave. Ze blijven er wonen tot gedurende de eerste helft van de zeventiende eeuw. In 1647 krijgt Guillaume de Moers,echtgenoot van Joanne de Vos, het kasteel in handen. Vervolgens krijgen hun kinderen het door erfenis. Eén van hen, Anne-Marguerite de Moers, krijgt uiteindelijk het hele bezit, en door haar huwelijk met Charles de Lamboy de Groenendael, komt het slot in familiebezit van laatstgenoemde. Na hun dood, wordt hun zoon eigenaar Jean de Sigismond de Lamboy, die in 1692 trouwt met Marguerite de Bergh de Trips en vervolgens in 1709 trouwt met Marie-Madeleine Bertolf de Belven.
Uit dit tweede huwelijk stammen de drie zonen. Engelbert, Guillaume en Charles. Het was de oudste, Engelbert de Lamboy, die het in bezit kreeg. In 1763 trouwt hij, met Franiçoise de Flamige. Hij stierf éérder dan zijn vrouw; deze weduwe woonde in 1789 op het slot Rave. Enkele jaren later koopt Arnold Schmetz, schepen van Walhorn, het slot. Hij stierf op 1 januari 1807. Zijn weduwe, geborene Catherine Pael, laat Rave na aan haar nicht Marie-Catherine Peel, die het op haar man Jacques-André Coenen overbrengt. Omstreeks 1891 erft haar dochter Marie-Chaterine Coenen het bezit, en door haar huwelijk met Frédéric Hertzog komt het in diens familie terecht.
Hun zoon Adolfo Hertzog, tweede burgemeester van Aken, en hun dochter Alwine Hertzog erven het bezit in 1907. Ongetwijfeld heeft Adolfe Hertzog het aandeel van zijn zus overgekocht, want hij verkoopt het kasteel in 1919 aan de gebroeders Henri en Nicolas-Guillaume Jennes. De laatste blijft uiteindelijk over als eigenaar(1927).
+ in onze rubriek FOTO'S
Kasteel Rave wat naar het schijnt bewoond tot aan het begin van de negentiende eeuw.
Uit "LES DELICES DU DUCHE DE LIMBOURG van Guy POSWICK" - (1951).