Bij de weg van Gemmenich naar Sippenaeken staat de laatste van drie watermolens in het Geuldal.
Het gebouw vormt een geheel met de boerderij Schins-Speetjens. Het dateert van 1801 en bestaat uit met een laag cement beschilderde bakstenen. Het dak heeft drie vlakken en is bedekt met aarden dakpannen, afgedicht met strobundels. Het molenrad is aan een blinde puntgevel vastgemaakt en wordt aangedreven door het water van de rivier dat via een kanaal wordt aangevoerd. De dam en de sluis werden onlangs gerenoveerd door het Waalse Gewest.
Ook aan de vissen is gedacht, want er werd een vistrap gebouwd.
Een dam houdt het vuil tegen en sluizen regelen het waterdebiet voor optimale aansturing van de molen door het scheprad.
De as van het scheprad stuurt een groot kamrad aan dat de hele machinerie in beweging brengt: een zakkenlift en drie paar molenstenen met elk een stofzuiger die het stof naar buiten afvoert.
De molen produceerde vooral gerstmeel om varkens te mesten en havermeel dat als voedingssupplement voor jonge runderen en paarden gebruikt werd. De opkomst van samengesteld veevoeder deed de vraag naar dergelijke producten echter sterk dalen, en in 1984 moest de molen haar activiteiten staken.
Dankzij de campagne van “Qualité-Village-Wallonie” en de Koning-Boudewijn-Stichting voor de opwaardering van waterwerken in Wallonië kon het scheprad van de watermolen van Gemmenich in 1994 worden gerenoveerd.
Het VVV van Gemmenich heeft een vernieuwbaar pachtcontract van dertig jaar afgesloten en is nu verantwoordelijk voor de nog uit te voeren renovatiewerken.