Site van het woordenboek van het dialect van Gemmenich Printervriendelijk
Na de herhaaldelijke invasies op 4 augustus 1914 en 10 mei 1940, en meer bepaald door het decreet dat Hitler op 23 mei 1940 ondertekende, werden de "Dietse" gemeenten van de streek Montzen-Baelen als integraal deel van Duitsland beschouwd. De voornaamste redenen hiervoor waren:
1. Het "Diets" dialect, dat de plaatselijke bewoners "Platdütsch" of "Platduits" noemden om het van het Hoogduits te onderscheiden dat vanaf de 17e eeuw begon in te dringen.
Het oude woord "Dütsch" (Maasland) of "Diets" (Brabant) werd echter gebruikt voor deze Nederfrankische dialecten lang voordat de taal van Luther aan haar opmars begon.
Trouwens, in het Engels betekent "Dutch" "Nederlands", "van Nederland", en niet "Duits".
Meerdere internationale filologische publicaties onderstrepen ook dat onze Nederfrankische en Rijnlandse overgangsdialecten, in tegenstelling tot sommige pseudo-wetenschappelijke beweringen, niet als "Nederlands" of "Duits" kunnen worden geclassificeerd. Deze zijn immers vrij recente, moderne talen.
Zo zijn ook de Luikse dialecten voor de filoloog geen "Franse" maar wel "Romaanse" dialecten.
2. De officiële taal of "cultuurtaal" van de streek zou altijd het Duits zijn geweest.
Ook hier heeft taalimperialisme een verkeerd beeld van de streek gevormd door een enkel facet van onze traditioneel multiculturele streek te tonen.
De meertaligheid in het privé- en beroepsleven en zelfs in de culturele activiteiten zal er overigens nooit toe leiden om het vrij door de bevolking aanvaarde statuut van de gemeente en de streek in vraag te stellen.
(zie daartoe ook rubriek "BLEYBERG")
Deze complexe situatie werd nooit echt wetenschappelijk onderzocht. Omdat ook de politiek er zich herhaaldelijk mee bemoeide, is het aangewezen om even de historische achtergrond toe te lichten.
In tegenstelling tot wat sommige auteurs beweren werd onze streek niet door het Verdrag van Versailles (1919) verscheurd, maar wel door het Congres van Wenen (1815). In Wenen werd het territorium van het oude hertogdom van Limburg, dat sinds de 11e eeuw uit de banken Walhorn, Baelen, Montzen en Herve bestond, gesplitst zonder rekening te houden met de oude economische en taalkundige banden.
Voor het opkomen van de nationalismen in de 19e eeuw, die in drie vernielende oorlogen in 1870, 1914 en 1940 hun hoogtepunt bereikten, kende deze streek sinds de periode van de hertogen van Burgondië een uiterst vruchtbare meertaligheid. Onze recente bronnenedities leveren meerdere bewijzen van deze kosmopolitische situatie tot het einde van de 18e eeuw.
Dan komt de 20e eeuw. Gedurende de twee wereldoorlogen wordt deze streek van veelvoudige contacten door het taalimperialisme van de onverzettelijke indringer geteisterd en zowel het Frans als het Platduits worden opzij geschoven. De priesters hadden spontaan voor deze oude taal gekozen om het Duits niet te moeten gebruiken - hoewel ze dit eerder wél gedaan hadden - maar nu werd het Duits als enige toegelaten taal door de vijand opgelegd.
De psychologische reactie van de mensen op deze taalkundige intolerantie was begrijpelijk, en in de streken van Montzen, Baelen, Aarlen, Nederlands Limburg en Elzas-Lotharingen ging het Hoogduits zodanig achteruit dat zelfs de tussen 1848 en 1951 door de familie Willems van Aubel uitgegeven kranten "Die Fliegende Taube" en "Düvke" tot verdwijnen veroordeeld waren. Deze publicaties, hoewel Duits van cultuur, waren typisch Belgisch.
Het tussen Verviers en Aken gelegen voormalige hertogdom Limburg is steeds en grensgebied en een plaats van intensieve taalkundige contacten geweest. Na het verdwijnen van de Ripuarische schrijftaal die in het gebied tussen Maas, Rijn en Moezel vanaf de 13e eeuw het Latijn had vervangen, werd haar plaats vanaf de 17e eeuw op verschillende gebieden door de drie talen ingenomen die in de huidige Belgische gemeenschappen worden gesproken.
Als ver gevolg van de annexatie aan het eveneens tweetalige hertogdom Brabant na de overwinning van Johan de 1e in Woeringen op 5 juni 1288 worden Brabants en Frans tot het einde van het oude regime de administratieve en juridische taal in Raeren, Eupen, Baelen en Montzen. In de godsdienst vervangt het Duits het Ripuarisch in de meeste parochies van de Dietse banken van Baelen, Montzen en Walhorn. De epigrafische analyse van de grafkruisen van de 17e en 18e eeuw in Hombourg, Aubel, Baelen en Montzen - een collectie die uniek is in Europa - bewijst dat bepaalde personen hiervoor liever het Brabants of het Frans dan het Duits gebruiken. Het Duits daarentegen verschijnt in geen enkele van de drie Dietse banken als administratieve of juridische taal tot het einde van het oude regime.
De gesproken taal blijft hoe dan ook ons plaatselijk dialect, dat eigenlijk tot vandaag zijn oude structuur bewaard heeft hoewel het door de eeuwen heen aan verschillende invloeden werd blootgesteld.
Het is om dit waardevolle patrimonium te beschermen dat de Executieve van de Franse Gemeenschap van België een decreet tot bevordering van de plaatselijke talen en dialecten heeft uitgewerkt.
(Uittreksel uit een artikel van L. Wintgens, doctor in de Germaanse filologie en op vraag van het kabinet van de minister-president als specialist van het Diets van de streek Montzen-Baelen betrokken bij de werken van de bevoegde commissie. Deze dialecten zullen vanaf nu dezelfde bevordering genieten als de Waalse taalvarianten, het Pikardisch, de taal van de Gaume et het "Letzebuergisch" van de streek van Aarlen).