🏠News ContactLinksPlan-Regio + WeerAgenda'sFolders
De begraafplaats van de Calvarie (V.V.V. Drie grenzen)

Geschiedenis ➔ Diverse Kronieken ➔ Kruisweg Moresnet-Chapelle

Diverse kronieken


  1. Het wit huis

Cimetière américain

  1. Voorwoord
  2. De site vóór 1944
  3. De voorlopige
  4. Het permanente
  5. De inauguratie
  6. Van Henri-Chapelle
  7. Beheer

Kasteel David-Eulenbg.

  1. Het kasteel
  2. Steengroeve (Leverbach)
  3. De familie David
  4. Tijdens het oorlogsgeweld

Kruisweg Moresnet-Ch.

  1. Historiek
  2. De Paters Franciscanen
  3. Smeedstaalkunstwerken
  4. Botanische ontdekking
  5. De kluis Gordes Klause
  6. Hernieuwing XIIe statie
  7. De begraafplaats Calvarie
  8. Vertrek Franciscanen
  9. Een nieuw hoofdstuk

Klokken van Plombières

  1. Weghalen van de klokken
  2. Terugkeer van de klokken

Pensionaat Maria Hilf

  1. De zusters in Maria Hilf
  2. De Paters in Maria Hilf
  1. Andere kronieken


Kruisweg Moresnet-Chapelle

De begraafplaats van de Calvarie.



Toen Pater Johannes Ruiter voor de derde keer terugkwam in Moresnet, stelde hij vast dat zijn grootse plannen voor de bouw van de kruisweg waren uitgevoerd. Maar één ding greep hem nog naar het hart.

Hij had graag een plaatsje gereserveerd voor de graven van de overledenen van de kloostergemeenschap. Een klein grondstuk achter de 12e statie voldeed aan zijn droom. Zijn overste Pater Stanislaus Kampmann volgde hem daarin en hij besloot zijn oversten te raadplegen en met het akkoord van de Pater Provinciaal werd het plan aanvaard. Het mondeling akkoord van de burgemeester van Moresnet, Markies Zeno de Résimont, werd gegeven op 9 maart 1912. Op 2 juni werd de begraafplaats gerealiseerd volgens de plannen van Pater Johannes Ruiter, en op 26 juni 1912 werd ze plechtig ingewijd door Pater Overste Stanislaus.

In het midden bevindt zich een helling met kruisen en een afbeelding van Sint Franciscus. Dit werk is een kopie van de kunstenaar Murilo; het werd gemaakt door Broeder Franciscaan Firmin Wickenhäuser, van wie het proces tot zaligverklaring loopt in Rome. Op deze foto zien we ook de twee rijen graven.

Broeders Faustinus Homberg (overleden 13 november 1887), Narcisus Schulte (overleden 8 oktober 1898) en Laurentius Dahmen (overleden 17 januari 1899) werden begraven op het oude kerkhof van Moresnet (rond de St Remigius kerk) en nadien overgebracht naar de begraafplaats van de kruisweg van Moresnet-Chapelle. De eerste broeder die werd begraven achter de 12e statie is Heinrich Probst van Linzeshausen (overleden in het klooster op 17 februari 1913). Twee jaar later volgde Pater Johannes Ruiter. Van hem kan men in de kroniek lezen: "Op 5 januari 1915 overleed in het klooster van Moresnet na een lange ziekte op de leeftijd van 69 jaar de bouwer van de kruisweg, Pater Johannes Ruiter..."

Het volstaat om hier kort de levensloop van enkele Paters en Broeders Franciscanen weer te geven, die grote weldoeners waren voor onze streek, en die ik persoonlijk gekend en geapprecieerd heb in mijn jeugd.

A)  Het eerste graf rechts bij afdaling vanaf het kruis herinnert ons aan Broeder Firminus
(Camille-Lambert Maeger uit Hergenrath)
.

Hij is geboren in Wahlern op 13-2-1924 en overleden in Moresnet-Chapelle op 27-6-1995. Broeder Firminus trad in bij de Franciscanen op 19-3-1946, hij legde zijn eeuwige geloften af op 19-3-1955.

In 1955 vertrok hij op zending naar Taiwan. Hij was een zeer gekwalificeerd arbeider en liet zijn sporen na in het Mariaoord van Moresnet-Chapelle.
Zijn werk en zijn ijver werd door iedereen bewonderd.
B)  Het tweede graf rechts is de herinnering aan Broeder Aurélius (J. Willmeroth), eminent plantkundige van het calvariepark van Moresnet-Chapelle.

Hij werd geboren op 26-2-1903 in Thomasberg en overleed in Mönchengladbach op 4-7-1993.
C)  Bij het 4e graf bevinden wij ons voor de resten van Pater Bonaventura (Kuck), gekend door alle inwoners van de regio.
Zijn grote luisterbereidheid en begrip zullen de achting van vele gelovigen bewaren.
Hij werd geboren op 11-9-1882 in Aken en is overleden in Moresnet-Chapelle op 14-3-1955.
D) Bij het vijfde graf gedenken wij de overste van het klooster Pater Béatus (Alfter).
Hij is geboren op 5-1-1880 in Remagen en overleden op 21-12-1961.
Hij was een man van grote kwaliteit en had een buitengewone openheid van geest.
Moresnet-Chapelle mag fier zijn een dergelijk zieleherder gehad te hebben.
E)  De 9e plaats wordt bezet door Broeder Fidélis (Dammer).
Hij is geboren in Süchtelen op 16-11-1906 en overleden in Mönchengladbach op 29-5-1991.
Een heel eenvoudig man, maar volledig toegewijd aan zijn opdracht.
F) In het derde graf aan de linkerkant ligt de oprichter van de kruisweg, Pater Johannes Ruiter. Zijn gigantisch werk startte in 1898 en eindigde met de consecratie in 1904.
Hij is geboren in Empel op 1-1-1846 en overleed 5-1-1915. (zie het artikel : De Paters Franciscanen )
G)  Het tweede graf is dat van Pater Bentivolius (Heinrich Marxen).
Bij leven was hij een man met de geest gericht op St Franciscus en op de jeugd. Tijdens zijn verblijf in Moresnet-Chapelle (uit het klooster verjaagd door het Nazi regime) richtte hij er de groepering " de vrienden van Sint Franciscus " op wat hem leidde naar de Franse filosoof Folliet en zijn werk "De spiritualiteit van de weg" dat hij diepgaand bewerkte en het boek "Broeder Franciscus" uitgaf.

Hij was ook de oprichter van de scoutsafdeling Baden Powell in Moresnet die haar lokaal had in de "Kluis".
De groep werd later de 26e van Verviers, en werd verdergezet door de Paters Oblaten in Gemmenich (Pater Edouard Thirry).
H)  Een laatste beroemd epersoonlijkheid die we moeten vermelden is Pater Thaddaeus (Soiron).
Hij is geboren in Kohlscheid-Kircheich op 23-3-1881 en overleden in Moresnet-Chapelle op 30-6-1957. Hij werd Doctor in de theologie in Munster. In de Duitstalige landen werd hij bekend als een groot theoloog, als zeer beluisterd prediker, als historicus van de orde der Franciscanen en als getalenteerd schrijver. Naast talrijke artikelen die verschenen in godsdienstige tijdschriften heeft Pater Thaddaeus Soiron een groot aantal werken geschreven die ook nog vandaag toonaangevend zijn.

Citeren wij de voornaamste :

  • "Das Christusgeheimnis unseres Lebens", Wien 1948.
  • "Das Evangelium und die heiligen Stätten in Palästina", Paderborn 1929.
  • "Das Geheimnis der christlichen Schule", Warendorf 1935.
  • "Das Geheimnis des Gebetes", Freiburg 1937.
  • "Das Heilige Buch Einleitung zur Lesung der Hl. Schrift", Freiburg 1928.
  • "Der Sakramentale Mensch. Von Sinn und Aufbau der Sakramente", Freiburg 1949.
  • "Die Bergpredigt Jesu.Formgeschichtliche, exegetische und theologische Erklärung", Freiburg 1941.
  • "Die Kirche als der Leib Christi. Nach der Lehre des hl. Paulus, exegetisch, systematisch, in ihrer theologischen und praktischen Bedeutung dargestellt", Düsseldorf 1951.
  • "Glaube, Hoffnung und Liebe. Ein Buch über das Wesen christlicher Frömmichkeit", Regensburg 1934.
  • "Heilige Theologie. Grundsätzliche Darlegungen", Regensburg 1936.
  • "Sankt Franziskus und die Gegenwart", Werl 1927.
Hij was bovendien :
  • Professor exegese in Paderborn, in Mönchengladbach en aan het Seminarie van Aken, van 1914 tot 1951.
  • Stichter en uitgever van de reeks "Neutestamentliche Predigten" en van het tijdschrift "Kirche und Kansel".

Rhenania Franciscana 1941 - 12. Jahrgang N° 1 (archives de Mönchengladbach-P. Dr Herbert Schneider le 25-9-12) Archives du couvent de Moresnet-Chapelle
Documentation personnelle (textes et photos)
Extraits: Chronique 2 - Auteur: J.Langohr (Gemmenich)